Vaker krijgen we de vraag wat nu de ‘beste’ instellingen zijn voor het UniFi netwerk en dan vooral het WiFi stuk. Dit is natuurlijk vaak anders per situatie maar er zijn een aantal instellingen die wij standaard toepassen om het bereik en stabiliteit van het UniFi netwerk optimaal te krijgen.

Als je dus zelf een UniFi omgeving beheert en wat meer wilt weten over de geavanceerde instellingen hebben we hieronder een lijst met aanbevolen instellingen gemaakt.

We gebruiken de nieuwe interface van UniFi (7.x en hoger) en refereren naar de Engelse termen aangezien ze zo ook in het systeem staan:

Global AP, Network, and Switch Settings

Als je het tabje WIFI opent zie je een aantal standaard instellingen die globaal gebruikt worden voor alle punten die in het netwerk zitten. Wij gebruiken standaard de volgende instellingen hier;

  • 2.4Ghz Radio: 20Mhz – Transmit Power: Medium (of Low) — Proberen deze altijd iets lager te zetten dan de 5Ghz band zodat apparaten eerder naar de 5Ghz band verbinden
  • 5Ghz Radio: 80Mhz – Transmit Power: High, Auto (of Medium)
  • 6Ghz Radio: 160Mhz – Transmit Power: Auto of High — Deze mag vol open omdat deze band nauwelijks gebruikt wordt
  • Wireless Meshing: Disabled; In principe kun je deze optie uit laten indien je alle wifi punten bekabeld hebt. Dit is alleen nodig als je bepaalde wifi punten draadloos met elkaar wilt laten verbinden of bijv een wifi repeater gebruikt zoals de UniFi U6 Extender.
  • New Device Auto-Link: Enabled; Handig om snel nieuwe apparaten te detecteren en toe te voegen in de UniFi omgeving
  • Channel Optimization: Disabled; Dit bekijkt en optimaliseert op gewenste tijden de wifi kanalen per wifi punt. Dit laten wij voor nu nog op Disabled staan, maar je kunt dit aanzetten als je in een omgeving zit waar dit nodig is of hier mee wilt testen.

Daarna ga je naar een van de WiFi netwerken bovenin of voeg je er eentje toe. Standaard gebruiken wij de volgende instellingen hier (voor het default netwerk);

  • WiFi Band: 2.4Ghz, 5Ghz, 6Ghz (indien van toepassing), WiFi Type; Standard
  • Band steering: Disabled; dit forceert apparaten om met 5Ghz te verbinden indien mogelijk. Wij laten dit liever uit omdat het apparaat (zoals je mobiel of laptop) zelf best goed kan bepalen welke band het beste is om mee te verbinden op dat moment
  • Multicast Management; Multicast Enhancement; Enabled; verbetert toegang tot bepaalde media apparaten over je draadloze netwerk. Staat toe dat multicast verkeer omgezet wordt naar unicast verkeer
  • Multicast Management; Multi en Broadcast Control; Disabled; Standaard gewoon uit laten
  • Client device isolation; Disabled; Alleen nodig als je wilt dat wifi apparaten niet met elkaar kunnen praten, bijv bij een gasten netwerk
  • Proxy ARP; Enabled; Deze optie stelt het wifi punt in staat om namens een verbonden wifi apparaat direct te antwoorden op verzoeken over het netwerk naar andere apparaten. Het wifi punt weet de adressen van alle apparaten toch al en kan zo sneller reageren
  • BSS Transition; Enabled; Verbetert het wisselen van wifi bij slechter signaal
  • UAPSD: Enabled; Stelt wifi apparaten in staat om in standby een lager signaal toe te passen voor energie besparing
  • Fast Roaming; Enabled; Zou ervoor moeten zorgen dat apparaten sneller tussen wifi punten wisselen. Indien je een apart SSID gebruikt voor IoT apparaten op 2.4ghz kun je deze beste disabled laten ivm compatibiliteit.
  • Security Protocol; WPA-2/WPA-3 ; Combinatie van beiden voor oudere apparaten (WPA2) en de apparaten die het ondersteunen gebruik te laten maken van verbeterde WPA3 authenticatie.
  • PMF: Optional; Nodig voor WPA-3 maar niet verplichten ivm oudere apparaten
  • Group re-key interval: Enabled; 3600; Bepaalt hoevaak verbonden apparaten hun wifi sleutel verversen (standaard aan, voor IoT specifieke wifi netwerken aanbevolen om uit te laten.

Global Network Settings

Onder het kopje Networks (indien je een router van UniFi gebruikt), vind je de globale netwerk instellingen:

  • Multicast DNS: Enabled voor de netwerken die Multicast verkeer nodig hebben (airplay, chromecast etc)
  • IGMP Snooping: Enabled voor de netwerken die Multicast verkeer gebruiken en onderling ook door moeten kunnen geven
  • DHCP Snooping: Enabled; Onthoud apparaat namen, netwerk adressen en meer in de DHCP server van de router, vooral handig bij bijv Sonos of andere media apparaten!
  • Spanning Tree; RTSP; Een protocol dat ervoor zorgt dat er geen loops in je netwerk plaats vinden.
  • Alle overige velden kun je hier standaard op uit laten staan

Deel 2 vind je hier.

Blijf op de hoogte Informeer mij als het product weer leverbaar is: